Welkom op De Trouwe Honden | Inloggen | Registreren Online | Gebruikers: 0 | Gasten: 303
1920-1930

1920-1925: Eindelijk vaste grond onder de voeten!

In seizoen 1920-1921 heeft NEC voor het eerst echte schulden. Voor de inrichting van het terrein kon NEC bij de N.V.B. uit een speciaal potje geld lenen. Opvallend is wel dat met hulp van enkele “weldoeners” (ja ook toen al!) de hele lening nog in hetzelfde seizoen was afgelost. Het eerste elftal eindigde dit jaar in de middenmoot, maar NEC 2 werd kampioen! In maart 1921 vond er een belangrijke vergadering plaats, waar onder grote belangstelling een nieuw bestuur tot stand kwam, onder aanvoering van voorzitter Lodenstijn. Dit nieuwe bestuur was erg belangrijk, omdat zij ging werken aan de aankoop van een eigen terrein aan de Hazenkampseweg en Vossenlaan. Het werd duidelijk dat steeds verhuizen, velden die niet goedgekeurd werden door de bond en de voortdurende onzekerheid over het al dan niet hebben van een speelveld, niet goed was voor de club. Maar het kopen van een speelveld was natuurlijk ook heel erg moeilijk. Zeker voor een club uit de arbeidersklasse.

Een prachtige anekdote is hiervan te lezen in het boek NEC 75 jaar historie (zie ook de bronvermelding):

NEC had wat geld in kas (fl 2000,-) na een oefenwedstrijd tegen Vitesse en wat Duitse clubs.  Voor Penningmeester J Maters een goed bedrag om de stoute schoenen aan te trekken en te zoeken naar een mooie locatie. Onder het mom van “even kijken of de boer nog aardappelen te koop had” ging hij bij landbouwer J. de Wildt naar binnen. Deze Mijnheer de Wildt had een mooi bouwland liggen dat prima geschikt leek om op te voetballen. Na een goed gesprek stond hij buiten met een mooie optie van 3 maanden voor het stuk grond dat 3 hectare groot was en 55 cent per vierkante meter zou moeten kosten.

Gesprekken met de voorzitter volgden. Het werden eerlijke gesprekken, waarbij NEC open kaart speelde en de Wildt kennis nam van de financiële situatie van de club. NEC wilde voor 10000 gulden een obligatie-lening uit schrijven om een hypotheek aan te kunnen gaan. Verkoper de Wildt was zelfs bereid om een groot bedrag aan obligaties te nemen en stelde slechts één voorwaarde; dat hij gewoon over het veld naar de kerk mocht lopen in de Groenestraat en niet steeds om hoefde te lopen…. Uiteraard was er geen speciale vergadering voor nodig om aan deze eis te gaan voldoen.
Een hypotheek van 10000 gulden kreeg je toen niet zo snel, maar gelukkig stelde een notaris, die gelukkig ook voetballiefhebber bleek te zijn, zich garant voor tweederde deel van de hypotheek . De taxateur schatte de waarde van het bouwland ook nog eens op 18.000 gulden, waardoor de hypotheek rond kwam en er obligaties uit konden worden geschreven a tien gulden per stuk. En werd er dat jaar ook nog gevoetbald? Uiteraard. Terwijl men hard aan het werk was om een goed veld te realiseren op de nieuwe locatie wisten zowel NEC 1 als NEC 2 in seizoen 1921-1922 een mooie derde plaats te behalen in de competitie.

In seizoen 1922-1923 speelde NEC onder gunstige voorwaarden veel wedstrijden in Duitsland.

Dat leverde misschien wel wat geld op en een hoop ervaring, maar deze “commerciële snoepreisjes” zorgden er wel voor dat de prestaties in de normale competitie erg tegen vielen, hetgeen een negende plaats tot gevolg had. 

In seizoen 1923-1924 speelde NEC voor het eerst op het nieuwe terrein. Ook nieuw was de trainer. Ja dat gebeurd wel eens een nieuwe trainer, maar het opvallende aan deze nieuwe trainer was, dat het voor het eerst een trainer was die van buiten de club kwam en het was ook nog eens een buitenlander: De Hongaar Ferenz Gyorge. Deze Hongaar, die had gespeeld voor het nationale team, was men tegengekomen in Duitsland. Hij had kennis van een gevarieerd trainingsprogramma en dat was in die tijd niet zo gewoon als in deze tijd. Helaas was deze trainer maar kort bij de club, omdat hij in het buitenland veel meer kon verdienen, maar in de paar maanden dat hij er was heeft hij de spelers veel kunnen leren. In ieder geval eindigde NEC niet meer op plaats negen, maar werd nu een vijfde plaats gehaald in de competitie.

Seizoen 1924-1925 stond in het teken van het afscheid van J Maters als penningmeester. Het werk was hem wat teveel geworden. De club was financieel nog steeds niet helemaal gezond, maar had inmiddels wel 146 leden. Zonder trainer Gyorge behaalde het eerste dit jaar weer een teleurstellende achtste plaats, iets wat het nodige genuil opleverde rond de club. Veel mensen waren zo teleurgesteld over het lange verblijf in de tweede klasse dat  ook de recettes zwaar tegen begonnen te vallen. Op een goede dag nog 100 gulden, maar op een slechte dag mocht de penningmeester blij zijn met de helft.

1925-1930: Net niet!

In 1925 vierde de club op bescheiden wijze het 25-jarig jubileum. Er was maar weinig geld en ook de prestatie van het eerste elftal viel zwaar tegen, waardoor het allemaal wat minder uitbundig was in de Harmonie, waar het feest gehouden werd. NEC kreeg van de NVB wel een prachtige voorzittershamer cadeau, toch even belangrijk om te vermelden lijkt mij. Voetballend werd het jubileumjaar 1925-1926 afgesloten met een zesde plaats. Seizoenenlang was het nu al nuilen, financiële zorgen en weinig publiek. Er was iets nodig om het vuurtje te doen ontbranden. Wat is er tegenwoordig nodig voor het nodige vuur? Welke wedstrijden kunnen een seizoen in één keer goed maken? Welke wedstrijden zorgen voor opgestroopte mouwen, wekenlange gespreksthema’s en bloed aan de paal? Juist de derby! In die tijd was dat nog niet de derby tegen die cricketclub vijftien kilometer ten noorden van Nijmegen, maar was het die andere cricketclub, uit Nijmegen.

In seizoen 1926-1927 was het dan eindelijk zover. Voor het eerst moesten de rivalen Quick en NEC het tegen elkaar opnemen. Quick was namelijk gedegradeerd naar de tweede klasse. De komst van deze derby betekende dat het voetbal in Nijmegen weer ging leven en dat er veel over beide clubs gesproken werd. De derby’s waren ook echte derby’s met heel veel strijd. Beide duels eindigden volledig terecht in een gelijkspel. Quick werd tweede dat jaar en NEC volgde met slechts 1 punt verschil op de derde plek. Veel belangrijker dan die derde plek was de instelling waarmee de spelers dit seizoen speelden.

Die instelling namen de Rood-groen-zwarten mee in seizoen 1927-1928. NEC werd ongeslagen kampioen. 18 gespeeld, 18 gewonnen met een doelsaldo van 82 voor en 21 tegen. Topspits P de Kuijper legde er in z’n eentje dertig in! En Quick? Die werden tweede met liefst 12 punten achterstand. Opeens was NEC “hot” geworden. Waar de pers eerst nauwelijks aandacht had voor NEC, daar stonden nu vele lovende woorden. Ook mocht de selectie gratis naar de film, de spoorwegmedewerkers gaven een mooie vlag en de juwelier van Baal kwam met een mooie herinneringsbeker. Maar een kampioenschap was nog niet voldoende voor promotie. Eerst moesten er promotiewedstrijden worden gespeeld. De winnaar van die promotiewedstrijden was Tubantia uit Hengelo en dus moest NEC het opnieuw proberen.

In het nieuwe seizoen 1928-1929 zou het weer gaan tussen NEC en Quick, waarbij NEC uiteindelijk de betere was en kampioen werd met vier punten voorsprong. De beslissende wedstrijd was een zwaar bevochten 3-2 overwinning thuis tegen Quick. Dat allemaal in een uiterst aanvallend 2-3-5 systeem. Een soort omgekeerde kerstboom. De promotiewedstrijden tegen PEC en Enschedese boys waren weer net niet, zoals zo vaak. Met nog twee wedstrijden te gaan stond NEC aan kop en was 1 punt voldoende om te promoveren. Beide duels werden echter verloren en uiteindelijk was PEC de gelukkige. Het “Nooit eerste Classer” was een vaak gehoorde uitspraak in die tijd.

Hoewel de club sportief een mentale dreun had gehad, steeg het ledental wel naar 246 leden in seizoen 1929-1930. Onder leiding van Engelsman Smith wisten onze jongens niet verder te komen dan een plek op het tweede plan. AZC werd kampioen en drie ploegen eindigden met een gelijk aantal punten op enige afstand. Voor het eerst leed NEC een nederlaag tegen Quick (3-2).

Lees verder, periode 1930-1940






Top  |  Home  |  Contact  |  Copyright  |  NEC Nijmegen